“We willen jaarrond biologische uien van Nederlandse bodem kunnen leveren”

“We willen jaarrond biologische uien van Nederlandse bodem kunnen leveren”

Bij WeGrowOrganic in Zeewolde wordt druk gebouwd. De leverancier van onder meer biologische uien en aardappelen bouwt een nieuwe verwerkings- en bewaarloods. 3,5 duizend kisten moeten er straks in. Jaarrond Nederlandse biologische uien kunnen leveren, dat is het plan.


Zo gaan de nieuwe opslag en verwerkingshal eruitzien.

Condensdroging
“De vraag naar biologische producten neemt toe, meer telers schakelen over naar biologische teelt en dus neemt ook het aanbod toe. Ook is er in Europa meer vraag naar Europees product ten opzichte van import,” verklaart Wouter Snippe de nieuwbouw. Er is gekozen voor condensdroging. “Een vrij nieuwe en dure techniek dat veel voordelen kent voor de biologische teelt. Onze aardappels kunnen we niet behandelen met een kiemremmer zoals dat in de gangbare teelt kan, dus het enige wat je kunt doen is koelen. Echter, hoe lager de temperatuur, hoe hoger de luchtvochtigheid. Dat is ook voor de uien niet ideaal. Die komen nat uit de koeling en zijn wel te drogen, maar dat gaat ten koste van de shelflife. Doordat we de bewaring koppelen aan de nieuwe verwerkingsloods, kunnen we de uien koel en droog verwerken en sorteren. Dankzij de condensdroger hebben we in juni nog een kwalitatief topproduct.”

Het gat tussen eind mei, als de laatste Nederlandse uien weggaan en half juli, als de eerste Nederlandse plantuien geoogst worden, wordt tot nu toe nog gedicht door import uit Egypte en de samenwerking met een uienteler in Spanje. In de toekomst hoopt WeGrowOrganic jaarrond Nederlandse uien te kunnen leveren. “De nieuwe schuur biedt meerwaarde voor ons product en geeft ook kansen voor collega-telers om met ons samen te werken.” De nieuwe bewaring moet voor de plantuienoogst klaar zijn en in oktober verwacht Wouter dat de verwerking in gebruik genomen kan worden.

Bedrijven samengevoegd
WeGrowOrganic werd in 2016 opgericht door Wouter Snippe en Thijs Geerse, beiden biologische akkerbouwers en buren van elkaar. “We zagen dat ons product over heel veel schalen uiteindelijk bij de eindklant terechtkwam. Die keten wilden we verkorten. Inmiddels zijn we vier jaar verder en bewaren, sorteren en verpakken we naast ons eigen product ook de producten van collega-telers van Waddenzee tot aan de Belgische grens. Dat geeft spreiding van het risico. Door de directe lijnen met onze afnemers kunnen we beter afstemmen, hebben we beter grip op de kwaliteit en zijn we flexibeler. We weten precies welke klant welke wensen heeft.” Dit seizoen zijn ook de landbouwbedrijven van Thijs en Wouter samengevoegd. Thijs zal zich overwegend richten op de teelt, terwijl Wouter de verwerking van de producten voor zijn rekening neemt.

Weinig last van Brexit
Omdat de condensdroger een flinke investering is en dus rendabel moet zijn, hebben Wouter en Thijs goed gekeken naar de marktvraag en zijn ze met hun Europese klanten in gesprek gegaan. De producten worden vanuit Zeewolde geëxporteerd door heel Europa. De meeste klanten bevinden zich in het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Oostenrijk. Van Brexit zegt Wouter weinig last te hebben. “We zijn gewend export te doen naar Noorwegen, dus we weten hoe we het papierwerk moeten regelen. Wel moeten we opletten dat we het product niet meer terug kunnen ontvangen, omdat de standaarden niet overeen komen. Rond de jaarwisseling was het transport wel even lastig, maar dat kwam vanwege corona en had niets met de Brexit te maken.”


Het zaaien.

Goed seizoen
De biologische teelt kende dit seizoen wat uitdagingen, maar de gemiddelde opbrengsten hebben de telers weten te behalen. “De kwaliteit was goed. Wel was er wat verwering, doordat we een natte periode hadden tijdens de oogst. In de bewaring is het goed gegaan en ook over het afzetseizoen zijn we tevreden. De supermarkten draaiden hoge omzetten en in het buitenland werd er minder geoogst. De export vanuit Nederland begon vroeg en het prijsniveau was gewoon goed.”

Minder vrije handel
De markt voor biologische uien is al enkele jaren goed geweest. “Toen wij in 2001 biologisch werden, was het aandeel nog niet zo groot als nu. Steeds meer telers maken de keuze om om te schakelen. Ook omdat het voor gangbare uien geen topjaar is geweest. De grootste verandering voor telers die omschakelen is de afzet. Een commissionair op je erf zal je niet meer zo snel zien. In de biologische teelt is er minder vrije handel en draait het om het hebben van een goed netwerk. We weten soms al twee maanden voor het product weggaat, waar het naartoe gaat. Dat afstemmen is voor sommige telers wel wennen.” Ook is er voor overschakelende telers een aanpassing in het machinepark nodig. In Flevoland, waar veel biologische telers zijn, wordt daarin veel samengewerkt. In de teelt van biologische uien is met name meeldauw een uitdaging. Wel zijn er steeds meer resistente rassen beschikbaar. “Daarnaast is fusarium een probleem. Hoewel dat verschilt per grondsoort en bouwland. In de kleigrond hier in de Flevopolder groeit het gewas minder hard en is daardoor minder gevoelig voor ziekten. Voordeel van een langzamere groei is ook dat de producten rustiger zijn in de bewaring.” Sinds vorig jaar worden de tweedejaars plantuien door WeGrowOrganic vervangen voor plantuien uit de kas. “De vroege plantuien kennen een hoge ziektedruk, denk aan koprot en fusarium. Die ziektes neem je mee in het seizoen. In een kas groeien de plantuien in een beschermde omgeving en heb je van de ziektes minder last.”

Dit interview stond in de Uienspecial van Primeur.